De Nederlandse vloot vist op tal van vissoorten in en rondom onze eigen Noordzee. Dit doen zij op verschillende typen schepen, afhankelijk van de soort waarop gevist wordt en hoe ver men is op het gebied van innovatie.
Wist je dat de schepen vaak van vader op zoon gaan en het vissersbloed vaak al eeuwen in de familie zit? Vissers doen er daarom alles aan om hun vak levend te houden door o.a. zo duurzaam mogelijk te vissen. De visserij is op te delen in twee soorten:
Vissen op midwatersoorten (pelagische visserij)
Visserij op vissoorten die zich algemeen ophouden in de bovenste lagen van de waterkolom zoals haring, makreel, horsmakreel, sardinella etc. Door de Nederlandse vissector wordt op deze soorten gevist met vriestrawlers, die veelal enkele weken op zee zijn. De gevangen vis wordt direct na vangst aan boord verwerkt en ingevroren om zo een zo vers mogelijk product te garanderen.
Vissen op bodemsoorten (demersale visserij)
Visserij op vissoorten die zich algemeen ophouden vlak boven, in of op de bodem van de zee, zoals de platvissoorten tong, schol, schar, tarbot, griet en bot maar rondvissoorten zoals kabeljauw, wijting, mul en poon. De visreizen van de demersale visserij zijn meestal kort, zo'n 4-5 dagen.
Comments